
Jurisprudentie
AN8017
Datum uitspraak2003-11-12
Datum gepubliceerd2003-11-12
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers14.01007-02
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-11-12
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers14.01007-02
Statusgepubliceerd
Indicatie
Vrouwen, die zich in een kwetsbare en afhankelijke positie bevonden, zijn misleid en uitgebuit, doordat hen in Bulgarije "gouden bergen" werden voorgespiegeld, waardoor zij naar Nederland kwamen of zich lieten meenemen, waarna zij in Nederland in de prostitutie werden te werk gesteld. Van een vrije keuze was geen sprake. Zij werden gecontroleerd en moesten hun verdiensten geheel of gedeeltelijk afstaan. De geestelijke en lichamelijke integriteit van de slachtoffers is ernstig geschonden.
Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
Parketnummer: 14.01007-02
Datum uitspraak: 12 november 2003
OP TEGENSPRAAK
VERKORT VONNIS van de Rechtbank Alkmaar, Meervoudige Kamer voor Strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[verdachte 2],
geboren te [geboorteplaats, geboorteland en -datum],
gedetineerd in het Huis van Bewaring Zuyder Bos te Heerhugowaard.
Bijgestaan door mr. H.H.A. Bijl te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 augustus 2003 en 22, 23, 24 en 29 oktober 2003.
1. TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is onder 1. ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2000 tot en met 1 augustus 2000, in/vanuit de gemeente Alkmaar en/of in/vanuit de gemeente Amsterdam, in ieder geval in/vanuit Nederland, en/of in/vanuit Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om [slachtoffer 1] in een ander land, te weten in Nederland, in de prostitutie te brengen, die [slachtoffer 1] in Bulgarije, heeft benaderd en/of aangeboden en/of voorgesteld en/of overgehaald, in elk geval heeft aangeworven, om in Nederland in de prostitutie te werken.
Aan de verdachte is onder 2. ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2000 tot en met 30 september 2000 in/vanuit de gemeente Alkmaar, in ieder geval in/vanuit Nederland, en/of in/vanuit Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie verkerende [slachtoffer 1], in ieder geval die [slachtoffer 1], meermalen, althans eenmaal,
- heeft voorgespiegeld en/of voorgehouden en/of doen of laten voorspiegelen en/of voorhouden dat zij in de prostitutie veel geld kon verdienen en/of (later) dat de verdiensten uit de prostitutiewerkzaamheden op basis van een verdeling van 50 procent voor die [slachtoffer 1] en 50 procent voor hem, verdachte en/of zijn mededader(s), verdeeld zouden worden en/of
- de werkelijke omstandigheden waaronder die [slachtoffer 1] in Nederland zou verblijven en/of zou werken voor die [slachtoffer 1] heeft verzwegen en/of
- (telkens) een (prostitutie)werkplek in Alkmaar, in ieder geval een (prostitutie)werkplek, voor die [slachtoffer 1] heeft geregeld en/of heeft doen en/of laten regelen, in ieder geval die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld hoe zij een (prostitutie)werkplek kon regelen, en/of
- (telkens) die [slachtoffer 1] van en naar de (prostitutie)werkplek heeft gebracht en/of gehaald en/of heeft doen en/of laten brengen en/of halen en/of
- die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld en/of heeft doen of laten meedelen welke prijzen zij diende te hanteren in haar prostitutiewerk en/of
- die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld dat zij bij gebruik kon maken van sponsjes die zij in haar lichaam kon brengen opdat zij tijdens haar menstruatie haar (prostitutie)werkzaamheden zou (kunnen) voortzetten en/of
- die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld en/of doen laten geloven dat er een afspraak was dat zij minimaal tot het einde van het jaar 2000 voor hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) moest werken in de prostitutie en/of
- die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden en/of heeft laten geloven dat zij bij hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) een schuld ter grootte van ƒ 6000,00 had opgebouwd welke zij diende te betalen en/of
- (telkens) de verdiensten van die [slachtoffer 1] geheel of gedeeltelijk heeft ingenomen of haar verdiensten geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en/of die verdiensten niet (volledig) heeft (terug)gegeven aan die [slachtoffer 1], en/of die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden dat het beter was dat zij haar verdiende geld afgaf aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), in ieder geval die [slachtoffer 1] heeft overgehaald haar verdiende geld af te staan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), en/of die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden dat hij/zij (een deel van) het door haar met prostitutie verdiende geld voor haar zou(den) bewaren en/of (aldus) die [slachtoffer 1] financieel van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) afhankelijk heeft laten worden en/of heeft laten zijn door (vrijwel) al haar verdiende geld in te nemen en/of haar (vrijwel) niets van het door haar verdiende geld (terug) te geven en/of
- die [slachtoffer 1] (nagenoeg) voortdurend (op haar werkplek en/of daarbuiten) onder controle en/of toezicht heeft gehouden en/of heeft laten houden en/of die [slachtoffer 1] heeft doen geloven dat zij (nagenoeg) voortdurend onder controle werd gehouden of onder toezicht stond en/of die [slachtoffer 1] heeft belemmerd vrijelijk te gaan en te staan waar zij wilde en/of
- voor die [slachtoffer 1] een bedreigende sfeer heeft gecreëerd, door (telkens) die [slachtoffer 1] agressief te benaderen, door tegen haar te schreeuwen, als die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, oordeel te weinig geld had verdiend met haar prostitutiewerkzaamheden en/of haar (als dat het geval was) op agressieve toon mee te delen dat hij, verdachte, haar, haar moeder en/of haar zus in Bulgarije zwart zou maken en/of dat hij haar zou willen slaan en/of dat hij haar paspoort zou verscheuren, althans woorden van gelijke strekking, en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat (mede) door een of meer van bovengenoemde handelingen van verdachte en/of zijn mededader(s) ten opzichte van die [slachtoffer 1] is ontstaan en/of misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht ten opzichte van die [slachtoffer 1] doordat die [slachtoffer 1] de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig was en/of dat die [slachtoffer 1] niet of onvoldoende bekend was met het (raam)prostitutiebeleid in de gemeente Alkmaar, in ieder geval in Nederland en/of die [slachtoffer 1] feitelijk niet of onvoldoende bekend was hoe in de gemeente Alkmaar, in ieder geval in Nederland in de (raam)prostitutie werd of kon worden gewerkt,
door welk(e) bovenomschreven geweld en/of een of meer (andere) feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk(e) bovenomschreven bedreiging met geweld en/of een of meer (andere) feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk bovenomschreven misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door welke bovenomschreven misleiding, verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [slachtoffer 1] tot prostitutie heeft/hebben gebracht, althans onder voornoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat voornoemde [slachtoffer 1] daardoor in de prostitutie zou belanden.
Aan de verdachte is onder 3. ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 oktober 2000 tot en met 7 oktober 2000 in/vanuit de gemeente Alkmaar en/of te Drachten, in de gemeente Smallingerland, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet toen en daar die [slachtoffer 1] tegen haar wil meegenomen in een auto naar Drachten en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] tegen haar wil ondergebracht in een woning in Drachten, in ieder geval die [slachtoffer 1] belemmerd vrijelijk te gaan en/of te staan waar zij wilde.
Aan de verdachte is onder 4. ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2001 tot en met 8 januari 2002, in/vanuit de gemeente Alkmaar en/of in/vanuit de gemeente Utrecht en/of in/vanuit de gemeente Groningen, althans in/vanuit Nederland, en/of in/vanuit Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om [slachtoffer 2] in een ander land, te weten in Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van sexuele handelingen met een derde tegen betaling, die [slachtoffer 2] in Duitsland, heeft benaderd en/of aangeboden en/of voorgesteld en/of overgehaald, in elk geval heeft aangeworven, om zich in Nederland beschikbaar te stellen tot het verrichten van sexuele handelingen met een derde tegen betaling en/of die [slachtoffer 2] daartoe (per auto) vanuit Duitsland, via Groningen, naar Utrecht in Nederland heeft meegenomen.
Aan de verdachte is onder 5. primair ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2001 tot en met 8 januari 2002 in/vanuit de gemeente Groningen en/of in/vanuit de gemeente Utrecht en/of in/vanuit de gemeente Beemster en/of in/vanuit de gemeente Amsterdam en/of in/vanuit de gemeente Alkmaar, in ieder geval in/vanuit Nederland, en/of in/vanuit Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie verkerende [slachtoffer 2], in ieder geval die [slachtoffer 2], meermalen, althans eenmaal,
- na die [slachtoffer 2] van een souteneur, voor wie die [slachtoffer 2] erg bang was, te hebben overgenomen, in zijn, verdachtes, woning heeft ondergebracht, in ieder geval die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, woning heeft ondergebracht en/of (vervolgens) het vertrouwen van die [slachtoffer 2] heeft gewonnen en/of
- die [slachtoffer 2] heeft overgehaald of voorgesteld en/of heeft doen of laten voorstellen en/of overhalen om voor hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) in de prostitutie te gaan werken, in ieder geval die [slachtoffer 2] in de prostitutie heeft doen of laten werken en/of
- (telkens) een (prostitutie)werkplek voor die [slachtoffer 2] heeft geregeld en/of heeft doen en/of laten regelen, in ieder geval die [slachtoffer 2] heeft meegedeeld hoe zij een (prostitutie)werkplek kon regelen en/of
- (telkens) de (prostitutie)werktijden voor die [slachtoffer 2] heeft bepaald en/of
- die [slachtoffer 2] heeft meegedeeld en/of heeft doen of laten meedelen welke prijzen zij diende te hanteren in haar prostitutiewerk, in ieder geval die [slachtoffer 2] heeft verboden om onder de prijs van ƒ 100,00 per klant te werken en/of
- (telkens) die [slachtoffer 2] van en naar de (prostitutie)werkplek heeft gebracht en/of gehaald en/of heeft laten en/of doen brengen en/of halen en/of
- (nagenoeg) voortdurend in de woning waarin zij (ondermeer) met hem, verdachte, verbleef en/of op haar werkplek en/of daarbuiten onder controle en/of toezicht heeft gehouden en/of heeft doen geloven dat zij (nagenoeg) voortdurend onder controle werd gehouden of onder toezicht stond en/of
- (telkens) de verdiensten van die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk heeft ingenomen of haar verdiensten geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en/of die verdiensten niet (volledig) heeft (terug)gegeven aan die [slachtoffer 2], en/of die [slachtoffer 2] (telkens) heeft voorgehouden dat het te gevaarlijk was om het door die [slachtoffer 2] verdiende geld op de (prostitutie)werkkamer te bewaren en/of die [slachtoffer 2] heeft voorgehouden dat het beter was dat zij haar verdiende geld afgaf aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), in ieder geval die [slachtoffer 2] heeft overgehaald haar verdiende geld af te staan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of die [slachtoffer 2] heeft voorgehouden dat hij/zij het door haar met prostitutie verdiende geld voor haar zou(den) bewaren en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) (mede) door een of meer van voornoemde handelingen en/of omstandigheden over die [slachtoffer 2] had(den), door welk(e) bovenomschreven geweld en/of een of meer feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk(e) bovenomschreven bedreiging met geweld en/of een of meer feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk bovenomschreven misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door welke bovenomschreven misleiding, verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van sexuele handelingen met (een) derde(n) tegen betaling, althans onder voornoemde omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat voornoemde [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou/ging stellen tot het verrichten van sexuele handelingen met (een) derde(n) tegen betaling.
Aan de verdachte is onder 5. subsidiair ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2001 tot en met 8 januari 2002 in/vanuit de gemeente Groningen en/of in/vanuit de gemeente Utrecht en/of in/vanuit de gemeente Beemster en/of in/vanuit de gemeente Amsterdam en/of in/vanuit de gemeente Alkmaar, in ieder geval in/vanuit Nederland, en/of in/vanuit Duitsland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, de (op dat moment) in een zwakke economische en/of financiële positie verkerende [slachtoffer 2], in ieder geval die [slachtoffer 2], meermalen, althans eenmaal,
- na die [slachtoffer 2] van een souteneur, voor wie die [slachtoffer 2] erg bang was, te hebben overgenomen, in zijn, verdachtes, woning heeft ondergebracht, in ieder geval die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, woning heeft ondergebracht en/of (vervolgens) het vertrouwen van die [slachtoffer 2] heeft gewonnen en/of
- die [slachtoffer 2] heeft overgehaald of voorgesteld en/of heeft doen of laten voorstellen en/of overhalen om voor hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) in de prostitutie te gaan werken, in ieder geval die [slachtoffer 2] in de prostitutie heeft doen of laten werken en/of
- (telkens) een (prostitutie)werkplek voor die [slachtoffer 2] heeft geregeld en/of heeft doen en/of laten regelen, in ieder geval die [slachtoffer 2] heeft meegedeeld hoe zij een (prostitutie)werkplek kon regelen en/of
- (telkens) de (prostitutie)werktijden voor die [slachtoffer 2] heeft bepaald en/of
- die [slachtoffer 2] heeft meegedeeld en/of heeft doen of laten meedelen welke prijzen zij diende te hanteren in haar prostitutiewerk, in ieder geval die [slachtoffer 2] heeft verboden om onder de prijs van ƒ 100,00 per klant te werken en/of
- (telkens) die [slachtoffer 2] van en naar de (prostitutie)werkplek heeft gebracht en/of gehaald en/of heeft laten en/of doen brengen en/of halen en/of
- (nagenoeg) voortdurend in de woning waarin zij (ondermeer) met hem, verdachte, verbleef en/of op haar werkplek en/of daarbuiten onder controle en/of toezicht heeft gehouden en/of heeft doen geloven dat zij (nagenoeg) voortdurend onder controle werd gehouden of onder toezicht stond en/of
- (telkens) de verdiensten van die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk heeft ingenomen of haar verdiensten geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en/of die verdiensten niet (volledig) heeft (terug)gegeven aan die [slachtoffer 2], en/of die [slachtoffer 2] (telkens) heeft voorgehouden dat het te gevaarlijk was om het door die [slachtoffer 2] verdiende geld op de (prostitutie)werkkamer te bewaren en/of die [slachtoffer 2] heeft voorgehouden dat het beter was dat zij haar verdiende geld afgaf aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), in ieder geval die [slachtoffer 2] heeft overgehaald haar verdiende geld af te staan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of die [slachtoffer 2] heeft voorgehouden dat hij/zij het door haar met prostitutie verdiende geld voor haar zou(den) bewaren en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) (mede) door een of meer van voornoemde handelingen en/of omstandigheden over die [slachtoffer 2] had(den),
door welk(e) bovenomschreven geweld en/of een of meer (andere) feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk(e) bovenomschreven bedreiging met geweld en/of een of meer (andere) feitelijkhe(i)d(en) en/of door welk bovenomschreven misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door welke bovenomschreven misleiding, verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst(en) van haar, [slachtoffer 2]'s, sexuele handelingen met (een) derde(n),
Aan de verdachte is onder 6. ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 1 maart 1998, in/vanuit de gemeente Alkmaar en/of in/vanuit de gemeente Utrecht, in ieder geval in/vanuit Nederland, en/of in/vanuit België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om [slachtoffer 3] in een ander land, te weten in België, in de prostitutie te brengen, die [slachtoffer 3] in Nederland, heeft benaderd en/of aangeboden en/of voorgesteld en/of overgehaald, in elk geval heeft aangeworven, om in België in de prostitutie te werken en/of die [slachtoffer 3] (vervolgens), meermalen, althans eenmaal, daartoe (per auto) vanuit Alkmaar, in ieder geval Nederland, naar Antwerpen in België, in ieder geval België, heeft meegenomen of heeft doen of laten meenemen.
Aan de verdachte is onder 7. ten laste gelegd dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 8 januari 2002 in/vanuit de gemeente Alkmaar en/of in/vanuit de gemeente Utrecht, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of in/vanuit Bulgarije en/of in/vanuit Duitsland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten de misdrijven als omschreven in de artikelen:
- 250ter lid 1 onder 1 en/of onder 2 en/of lid 2 Wetboek van Strafrecht (oud) en/of
- 250A lid 1 onder 1 en/of onder 2 en/of onder 6 en/of lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of
- 231 lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of
- 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of
- 416 lid 1 onder a Wetboek van Strafrecht,
in ieder geval een of meer misdrijven.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
2. VRIJSPRAAK
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4, 5 primair en 7 is ten laste gelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3. BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
Ten aanzien van feit 1:
hij in de periode van 1 juni 2000 tot en met 1 augustus 2000, vanuit Nederland en/of in Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om [slachtoffer 1] in een ander land, te weten in Nederland, in de prostitutie te brengen, die [slachtoffer 1] in Bulgarije heeft benaderd en overgehaald om in Nederland in de prostitutie te werken;
Ten aanzien van feit 2:
hij in de periode van 1 juni 2000 tot en met 30 september 2000 in/vanuit Nederland en in Bulgarije,
- de op dat moment in een zwakke economische en financiële positie verkerende [slachtoffer 1] , die de Nederlandse taal niet machtig was en die niet bekend was met het raamprostitutiebeleid in de gemeente Alkmaar, heeft voorgespiegeld en heeft laten voorspiegelen dat zij in de prostitutie veel geld kon verdienen en dat de verdiensten uit de prostitutiewerkzaamheden op basis van een verdeling van 50 procent voor die [slachtoffer 1] en 50 procent voor hem, verdachte, verdeeld zouden worden en
- een prostitutiewerkplek in Alkmaar voor die [slachtoffer 1] heeft geregeld en
- die [slachtoffer 1] naar de prostitutiewerkplek heeft gebracht en
- die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld welke prijzen zij diende te hanteren in haar prostitutiewerk en
- die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld dat zij gebruik kon maken van sponsjes die zij in haar lichaam kon brengen opdat zij tijdens haar menstruatie haar prostitutiewerkzaamheden zou kunnen voortzetten en
- die [slachtoffer 1] heeft meegedeeld dat zij minimaal tot het einde van het jaar 2000 voor hem, verdachte, moest werken in de prostitutie en
- die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden dat zij bij hem, verdachte, een schuld ter grootte van ƒ 6000,00 had opgebouwd welke zij diende te betalen en
- telkens de verdiensten van die [slachtoffer 1] geheel of gedeeltelijk heeft doen afstaan en die verdiensten niet volledig heeft teruggegeven aan die [slachtoffer 1], en aldus die [slachtoffer 1] financieel van hem, verdachte, afhankelijk heeft laten worden en
- die [slachtoffer 1] op haar werkplek onder controle en/of toezicht heeft gehouden en/of heeft laten houden en
- voor die [slachtoffer 1] een bedreigende sfeer heeft gecreëerd door tegen haar te schreeuwen toen die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, oordeel te weinig geld had verdiend met haar prostitutiewerkzaamheden en haar mee te delen dat hij, verdachte, haar moeder en haar zus in Bulgarije zwart zou maken en dat hij haar zou willen slaan en dat hij haar paspoort zou verscheuren, en door welke bovenomschreven bedreiging met geweld en andere feitelijkheden en door welk bovenomschreven misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en door welke bovenomschreven misleiding, verdachte voornoemde [slachtoffer 1] tot prostitutie heeft gebracht;
Ten aanzien van feit 3:
hij in de periode van 6 oktober 2000 tot en met 7 oktober 2000 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd gehouden, immers hebben verdachte en een of meer van zijn mededaders met dat opzet toen en daar die [slachtoffer 1] tegen haar wil meegenomen in een auto naar Drachten en vervolgens die [slachtoffer 1] tegen haar wil ondergebracht in een woning in Drachten;
Ten aanzien van feit 5 subsidiair:
hij in de periode van 1 september 2001 tot en met 8 januari 2002 in Nederland, na de op dat moment in een zwakke economische en financiële positie verkerende [slachtoffer 2], van een souteneur, voor wie die [slachtoffer 2] erg bang was, te hebben overgenomen,
- die [slachtoffer 2] in zijn, verdachtes, woning heeft ondergebracht en vervolgens het vertrouwen van die [slachtoffer 2] heeft gewonnen en
- die [slachtoffer 2] in de prostitutie heeft laten werken en
- een prostitutiewerkplek voor die [slachtoffer 2] heeft geregeld en die [slachtoffer 2] heeft meegedeeld hoe zij een prostitutiewerkplek kon regelen en
- die [slachtoffer 2] heeft meegedeeld welke prijzen zij diende te hanteren in haar prostitutiewerk, en
- die [slachtoffer 2] van en naar de prostitutiewerkplek heeft gebracht en gehaald en
- die [slachtoffer 2] op haar werkplek onder toezicht heeft gehouden en
- die [slachtoffer 2] haar verdiensten gedeeltelijk heeft doen afstaan en die verdiensten niet volledig heeft teruggegeven aan die [slachtoffer 2],
door welk bovenomschreven misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht verdachte voornoemde [slachtoffer 2] heeft bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengsten van haar, [slachtoffer 2]'s, sexuele handelingen met derden;
Ten aanzien van feit 6:
dat hij in de periode van 1 januari 1998 tot en met 1 maart 1998, in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om [slachtoffer 3] in een ander land, te weten in België, in de prostitutie te brengen, die [slachtoffer 3] in Nederland heeft voorgesteld en overgehaald om in België in de prostitutie te werken en die [slachtoffer 3] vervolgens daartoe per auto vanuit Alkmaar naar Antwerpen in België heeft meegenomen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. BEWIJS
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
5. BEWIJSMIDDELEN
(----------------)
6. BEWIJSVERWEER
De raadsman heeft bij pleidooi ten aanzien van feit 1 de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van de verklaring van de aangeefster [slachtoffer 1] betwist.
De rechtbank is echter van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1], afgelegd op 9 oktober 2000, 16 oktober 2000 en 12 januari 2002 tegenover de politie en haar verklaring afgelegd tegenover de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank op18 juni 2002, voor het bewijs kunnen worden gebezigd, nu deze verklaringen op essentiële punten consistent zijn en ook overigens voldoende steun vinden in de overige bewijsmiddelen.
7. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
mensenhandel.
Ten aanzien van feit 3:
de voortgezette handeling van:
het medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Ten aanzien van feit 5 subsidiair:
een ander door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bewegen hem uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met een derde te bevoordelen.
Ten aanzien van feit 6:
mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen
8. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
9. MOTIVERING VAN DE STRAF
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte is uit winstbejag gedurende een lange periode actief betrokken geweest bij de strafbare exploitatie van prostitutie. Hij heeft een Bulgaarse vrouw onder valse voorwendselen naar Nederland laten komen om hier enige tijd in de prostitutie te werken en daarvan financieel geprofiteerd. Toen zij - naar verdachtes oordeel - in Alkmaar te weinig verdiende, heeft hij haar tegen haar wil naar een andere plaats in Nederland gebracht met de mededeling dat zij daar in de prostitutie zou gaan werken. Een andere Bulgaarse vrouw onderging hetzelfde lot en werd door verdachte, in verband met haar te lage verdiensten in Alkmaar, naar België gebracht. Verdachte heeft een derde Bulgaarse vrouw, nadat hij haar in eerste instantie had weggehaald bij haar souteneur voor wie zij erg bang was, in de prostitutie laten werken. Haar verdiensten stond zij grotendeels aan verdachte af. Alle vrouwen verkeerden in een van verdachte afhankelijke positie mede omdat zij de Nederlandse taal niet machtig waren en niet op de hoogte waren van het Nederlandse prostitutiebeleid.
Dergelijke feiten, die onder de tot 1 oktober 2000 geldende wetgeving werden gekwalificeerd als mensenhandel, zijn een ernstige schending van de integriteit van de vrouw zelf.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister, gedateerd 14 januari 2002, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder tot vrijheidsbenemende straffen is veroordeeld.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 12 maart 2002 van G. Porte als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland, Arrondissement Alkmaar.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, dat alleen een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur recht doet aan de ernst van de bewezen verklaarde feiten.
10. MOTIVERING VAN DE BIJKOMENDE STRAF
De rechtbank is van oordeel, dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
a. een kentekenbewijs [kenteken] en
b. een personenauto [kenteken], Citroën ZX
dienen te worden verbeurd verklaard.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is het volgende gebleken.
Het onder 5 subsidiair bewezen verklaarde is met behulp van de voorwerpen onder a. en b. begaan.
De voorwerpen behoren toe aan de verdachte.
11. BESLISSING OMTRENT IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN
De rechtbank is van oordeel, dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een handleiding documentenonderzoek,
- een stuk papier, moneytransfer onv [verdachte 2]/huurcontr. [verdachte 2] [adres],
- een agenda, kleur groen, smsjes in de Turkse taal (vertaald),
- een stuk papier, moneytransfer onv [naam] fl. 1500 naar [verdachte 1] 19/11/01,
- een aankoopbewijs auto t.n.v. [verdachte 2],
- een uittreksel KvK Cleopatra t.n.v. [verdachte 2],
- een vreemdelingendocument t.n.v. [verdachte 2],
- een bankpas Postbank op naam [verdachte 2],
- een schoolagenda,
dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat deze persoon als rechthebbende kunnen worden aangemerkt.
12. BENADEELDE PARTIJ
Mr. C. Piepers-Praagman heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende [adres], vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van 30.000,00 euro wegens materiële en immateriële schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
13. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen (bijkomende) straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 56, 57, 250ter, 250a (oud), 282 van het Wetboek van Strafrecht.
14. BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 4, 5 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 3 JAREN.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
een kentekenbewijs [kenteken] en
een personenauto [kenteken], Citroën ZX
Gelast de teruggave aan de verdachte van:
- een handleiding documentenonderzoek,
- een stuk papier, moneytransfer onv [verdachte 2]/huurcontr. [verdachte 2] [adres],
- een agenda, kleur groen, smsjes in de Turkse taal (vertaald),
- een stuk papier, moneytransfer onv [naam] fl. 1500 naar [verdachte 1] 19/11/01,
- een aankoopbewijs auto t.n.v. [verdachte 2],
- een uittreksel KvK Cleopatra t.n.v. [verdachte 2],
- een vreemdelingendocument t.n.v. [verdachte 2],
- een bankpas Postbank op naam [verdachte 2],
- een schoolagenda.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende [adres] niet ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Westdorp, voorzitter,
mr. H..E.C. de Wit en mr. H.T. van Voorst, rechters,
in tegenwoordigheid van G.A.M. Delis en M. Woudman, griffiers, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 november 2003.